Miniatuurboekje (1)

[Bijgewerkt 30-01-23] – Afgelopen jaar (2017) deed ik mee met een internationale wedstrijd miniatuurboekbinden. Deze wedstrijd was georganiseerd door de Stichting Handboekbinden, in samenwerking met Museum Meermanno  en uitgeverij De Buitenkant. Al enkele jaren volg ik op gezette tijden met Maria en enkele anderen een workshop boekbinden bij Sacha de Ven in Aduard. Boekbinden is in mijn geval veel gezegd. Ik ben meer een knutselaar van boekachtige papieren objecten. Daar komen wel bindtechnieken bij kijken, maar op bescheiden niveau. Deze wedstrijd was echter een uitdaging van formaat, die kon niet onbeantwoord blijven. Net als Sacha en Maria stuurde ik in september 2016 mijn inschrijfformulier op.

In november kregen wij als werkmateriaal elk een pakketje drukvellen (katernen). De opgave was om die katernen te verwerken tot een compleet miniatuurboekje. Je kon daarbij scoren met een ingenieuze bindwijze en/of een buitengewoon fraaie omslag. De titel van het boekje was ‘Het eiland’, een verhaal van Geert Mak dat eerder verscheen in ‘De engel van Amsterdam’ (1994) en dat ook nog apart uitkwam als deeltje in de reeks Literaire Juweeltjes. Het is een levendig geschreven schets van het KNSM-eiland in het Amsterdamse Oostelijk Havengebied (link1, link2), vlak achter het Centraal Station. Vanaf 1979 – na het vertrek van de KNSM – tot begin ’90 was het gebied gekraakt door kunstenaars en stadsnomaden. Speciaal voor de wedstrijd was de tekst in het Engels vertaald, geïllustreerd en verkleind herdrukt (128 pagina’s).

 

Ooit (in 1973?) belandde ik eenmaal in Ruigoord, een iets ouder stadsrand-paradijs. Over het KNSM terrein had ik wel gehoord, maar ik was er nooit geweest. En Mak’s verhaal over die kraakperiode kende ik ook niet. De boekbindwedstrijd was een goede reden om mij te verdiepen in de geschiedenis van de KNSM-vrijstaat en soortgelijke plekken. Wat mij meteen duidelijk werd: een groot contrast tussen het door Mak opgetekende rauwe leven op het eiland – vol anarchie en chaos, drank en zweren – en de op luxe papier gedrukte katernen met de speelse, sjabloonachtige illustraties van Kisman. Die laatsten deden mij denken aan de Havank boekomslagen van Dick Bruna en aan de Jip en Janneke figuurtjes van Fiep Westendorp.

Ik kwam op het idee om een leporello te maken, een boekje in de vorm van een zigzag strook. Met die bindwijze had ik wel enige ervaring. Meestal worden de pagina’s gevouwen en/of geplakt, maar ik wilde ze met de zijkanten aan elkaar vastnaaien. Een beetje zoals bij een lappendeken. Geen gangbare methode, want op het internet vond ik eerst geen bruikbare voorbeelden. Totdat ik op enkele sites van modelvliegtuigbouwers een methode zag om twee scharnierende vleugeldelen met draad met elkaar te verbinden. Deze ‘scharniersteek’ (Eng. ‘sewn hinge’, link1, link2, link3link4 variant voor boten) was een doodsimpele maar perfecte oplossing voor mijn boekje.

NB. Ik kwam ook de benaming ‘figure 8 stitch’ tegen. Maar die wordt gebruikt voor verschillende andere naaisteken. Googelen met de woorden: ‘sewn hinge model airplane’ laat goed verschillende toepassingen zien van de bedoelde ‘scharniersteek’.

 

Dat was nog niet alles. Mijn leporello had een lengte van meer dan 4 meter. Uitgezet in een ovaal kon je er zo’n beetje de omtrek van het eiland mee nabootsen. Ik wilde hem verpakken in een huls in de vorm van een krakershut. Een denkbeeldig onderkomen voor de schrijver, tijdens zijn eilandverkenningen. Ik werd geïnspireerd door een foto in het boek van Han Singels. Maar een eigen variant was makkelijker bedacht dan gemaakt. Stad, land en internet zocht ik af naar geschikte materialen en technieken. Die vond ik soms op onverwachte plekken, zoals op de markt, in kringloopwinkels en – alweer – op modelbouwsites. De maximale afmetingen van het boekje mochten niet groter zijn dan 76 mm (hoog, breed, diep). Ik ging nog iets verder. Ook al zou het omhulsel niet meewegen in de beoordeling, voor mij was de uitdaging om het krakershutje ook binnen de maten van die zogenaamde Bondy-norm te houden. Na eindeloos passen en meten lukte dat. En ik was best trots op het resultaat: Mack’s Island Shack met daarin de Eiland-leporello.

 

Op 19 april leverden Maria en ik onze werkstukken persoonlijk in bij het Meermanno museum. Na de zomer was er op 1 oktober in Museum Meermanno de prijsuitreiking en de opening van de expositie Xtra-small.  In de Engelstalige catalogus bij deze tentoonstelling zijn alle inzendingen voor de wedstrijd opgenomen. Sacha, Maria en ik kwamen alle drie door de eerste selectie. Tot mijn verrassing kwam mijn krakerskrot zelfs nog een ronde verder. Onze inzendingen zijn nu opgenomen in de miniatuurboekjescollectie van Museum Meermanno. Voor een oud-bibliothecaris als ik past daar wel een lichte grijns bij.

 

Dinsdag 19 december was ik met Maria een dagje naar Den Haag. In de eerste plaats voor de tentoonstelling ‘Xtra small’, die Maria nog niet gezien had. Anders dan bij de presentatie konden we nu in alle rust de wedstrijdboekjes bestuderen. We stonden soms echt te kijken van de wondertjes die eigenlijk alle deelnemers hadden geproduceerd. Niet alleen met veel ambachtelijke vaardigheid en materiaalkennis, maar ook met engelengeduld en vooral met heel veel creativiteit en passie. Ongelooflijk hoe zo’n opdracht, ondanks dat strenge Bondy-formaat, zulke uiteenlopende resultaten kon opleveren. De expositie laat meer dan 300 miniatuurboekjes zien. Naast de 120 wedstrijdboekjes zijn er ook oudere miniaturen uit de Meermanno collectie. Daar zitten heel bijzondere exemplaren bij, zoals een Soemerisch kleitablet (1803 v. Chr.) en het gebed ‘Onze Vader’, een microminiatuur van slechts een halve centimeter groot.

De (verlengde) tentoonstelling in het Museum Meermanno was te zien van 3 oktober 2017 t/m 18 februari 2018.

 

Meer:

  • Ahlers, L. (2013). Ruigoord: een plek voor de ‘scharrelmens’. Artikel op de website van Historiek.net
  • Baar, P.P. de (2001). Schepen, hijskranen en appartementen: 111 jaar KNSM eiland. Ons Amsterdam, 2. Artikel op de website van Ons Amsterdam
  • De Kompaszaal : scheepslounge aan het IJ : een verhaal van de KNSM en Loods 6. Boekbespreking op de site van Oostelijk Havengebied.
  • De Kompaszaal : scheepslounge aan het IJ : een verhaal van de KNSM en Loods 6. Amsterdam: Stichting Kunstwerk Loods 6, 2006.
  • KNSM-eiland (Wikipedia)
  • Kooyman, J. Mogen er in Amsterdam dan geen rafelranden meer zijn? Artikel in NRC 4 april 2014.
  • Mak, G. Het eiland (2006). Naarden: B for Books. [Literaire Juweeltjes Reeks. ISBN 9085160693. Verscheen eerder in De engel van Amsterdam (1994). Amsterdam: Atlas]
  • Mak, G. Wonderland in revisie. Inleiding bij Het Amsterdams Oostelijk Havengebied in stadsgezichten 1974-2002, foto’s van Han Singels – Amsterdam 2002. Artikel op de website van Geert Mak.
  • Singels, H. (2002). De Eilanden: het Amsterdams Oostelijk Havengebied in stadsgezichten 1974-2002. Amsterdam: De Verbeelding. [met een inleiding –‘Wonderland in revisie’ – van Geert Mak
  • Stadsnomaden weggepest (2001). Artikel over stadsnomadenterrein Vaalmuiden.

.