Tangkuban Perahu: geologie als hobby

[Bijgewerkt 24-04-2020] Kort geleden was in het nieuws dat een Javaanse vulkaan, de Tangkuban Perahu (vertaald: omgekeerde boot, oude spelling Tangkoeban Prahoe) onverwacht actief was geworden.

Tangkuban Perahu
Tangkuban Perahu, gezicht op de grootste krater, Kawah Ratu. Ansichtkaart 1956

De vulkaan braakte as en rookwolken uit, en volgens sommige berichten was er in de krater een nieuwe kegel gevormd. De tot dan toe laatst geregistreerde uitbarsting was woensdag 6 maart, daarna leek de berg voorlopig weer tot rust te zijn gekomen.

Aan deze vulkaan bewaar ik een bijzondere herinnering. In mijn jeugd woonde ik in Indonesië, de langste tijd in Bogor. In 1956, ik was toen negen jaar, maakten wij een uitstapje naar de Tankuban Perahu. Het was toen al een bekende toeristische attractie. De krater maakte op mij een diepe indruk. Als aandenken stopte ik een paar brokken geel gekleurde steen in mijn broekzak. Thuis kreeg de nieuwsgierigheid van de jonge onderzoeker de overhand. Zouden die stenen echt willen branden, net zoals in de krater? Met behulp van een half doosje lucifers veranderden de brokken in een sputterende roodbruine massa, waaruit een verstikkende walm opsteeg. Binnen enkele ogenblikken hadden de zwaveldampen iedereen uit huis verjaagd en kreeg ik er aan de straatkant van langs.

Tangkuban Perahu. Ansichtkaart 1956

Latere episodes waren minder hectisch. Op dertienjarige leeftijd, en inmiddels geëmigreerd naar Nederland, logeerde ik bij een neef in Scheveningen. Hij wist een berg stenen die voor onderhoudswerk aan de zeewering gebruikt werden. Als je zo’n steen doormidden sloeg zaten er soms stukjes groen glas in. Andere stenen bevatten schelpachtige dingetjes. En bij het stukslaan stonken ze naar rotte eieren. Die zwavelgeur kwam mij bekend voor… Er kwamen herinneringen aan de vulkaan naar boven. Basalt, olivijn, kolen- of stinkkalk met fossielen. Het Keienboek van P. van der Lijn dat ik als verjaarscadeau kreeg kwam goed van pas.

KeienboekVele jaren daarna, in de zomer van 1975, fietste ik met mijn vriendin Maria aan de voet van de Holterberg. Tijdens een bermpauze vond zij een opvallende steen, een windkanter, die ik van haar cadeau kreeg. Geen wonder dat windkanters sindsdien altijd mijn speciale belangstelling hadden…

Het Geologisch Weekend (1982) in Valkenburg was een uniek evenement, dat een stevige bodem legde onder mijn tot dan toe nogal wisselvallige geologische belangstelling. Excursies naar de Eifel en naar de ENCI in Maastricht bezorgden mij een tas vol olivijnknollen van de Dreiser Weiher, micromineralen van de Emmelberg en mesofossielen uit het Maastrichts Krijt. Daar kon ik wel even mee vooruit.

Een half jaar verder, 1 apri 1983, wandelde ik over het Noordsche Veld bij Zeijen (Dr). Vlakbij het hunebed, aan de rand van een akker, zag ik voor het eerst een hoop zwerfkeien. De aanblik van al die  granieten, porfieren, vuursteen en zandstenen liet mij vanaf dat moment niet meer los. Het lijkt misschien een merkwaardige vrijetijdsbesteding, die stenen. Maar in mijn ogen zijn het eigenlijk net boeken, weliswaar in een heel andere vorm. Het ‘veldwerk’ buiten, meestal langs de Hondsrug maar ook op vele andere plekken, was een perfect tegenwicht tegenover mijn bibliotheekwerk tussen boeken en pc’s. Na dertig jaar ben ik wel gestopt met verzamelen. Mijn boekenkast en stenencollectie zijn drastisch opgeschoond. Maar mijn interesse voor geologie, de aarde, voor bodems, stenen en landschappen is onveranderd. En af en toe duikt – in het nieuws of in mijn achterhoofd – nog steeds een glimp op van die Tangkuban Perahu.

steenhoop Drouwen, 1983

Kijk ook bij: Zwerfsteentoerisme (1)

Meer:

Immerzeel, Bert: Tangkoeban Prahoe: een berg met verhalen [op zijn website Java Post]

.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *