Aardkundig monument in Donderen (2)

[Bijgewerkt 22-04-2020] Begin juli was ik twee keer weer bij het geologisch monument in Donderen. Beide keren met een missie.

Donderdag 11 juli was ik opnieuw bij het aardkundig monument in Donderen. Bij mijn eerste bezoek op 31 maart had ik een steen mee genomen, die aan de rand van de kuil met het bodemprofiel lag. Ik had deze Grönklittporfier thuis uitvoerig bekeken en gefotografeerd. Maar de steen moest nu maar weer terug, hij hoorde immers bij het monument.

aardkundig monument donderen, juli 2013De locatie zag er dit keer wel een beetje anders uit dan enkele maanden geleden. Er groeide gras en op de naastgelegen akker kwam de maïs al op. In het weiland bij het monument hielden enkele geiten de wacht. Geen alledaagse geiten, maar exotisch ogende, langharige types met ontzagwekkende horens. Vertegenwoordigers van de Nederlandse landgeit, een oud, inheems ras dat opnieuw wordt gefokt.

Maar dat was niet alles. Vlak langs de weg en het toegangspaadje liep een brede, kale zandstrook. Er lagen grote pijpleidingen klaar, tientallen meters lang. Een informatiebord vermeldde dat het gaat om een nieuwe ondergrondse aardgasleiding van de NAM. Deze ‘Norgron’ leiding verbindt de gasveldlocatie bij Sappemeer in Groningen met de ondergrondse gasopslag bij het Drentse Norg. De ‘Norgron’-leiding wordt 30 kilometer lang, met een doorsnede van 1,20 m. De aanleg is gestart in Sappemeer en eindigt eind 2013 in Norg. Ik weet niet of er bij de planning rekening is gehouden met deze bijzondere plek. Maar het lijkt mij geen toeval dat het tracé netjes afstand houdt van het monument.

Foto’s

(klik op een foto voor vergroting)

aardkundig monument donderen, juli 2013Bij de graafwerkzaamheden moeten ook het bodemprofiel en andere geologische bijzonderheden te zien zijn geweest, min of meer vergelijkbaar met de nieuw ontsloten steilrand. Overal lagen bergen zand, ook het zilverwitte, glimmerhoudende, zijdezachte zand dat door kenners liefkozend ‘poesjeszand’ wordt genoemd. Op een tijdelijke parkeerplaats zag ik een berg grote keien. Twee ervan waren een één kant enigszins gepolijst en afgevlakt. Een duidelijk bewijs van transport door het gletsjerijs.

In mijn boekenkast staat een klein boekje, getiteld Van eigen bodem. Het is geschreven door bodemkundige en docent Gerrie Koopman. Hij was tevens de aanjager achter de totstandkoming van dit geologisch monument. Het bevat twintig korte artikelen, die eerder verschenen in het tijdschrift Noorderbreedte, tussen 2001 en 2006. Elk artikel bevat de beschrijving van een bodemprofiel, met foto. Samen geven ze een beknopt en kleurig beeld van bodemtypen en –verschijnselen in het Noord-Nederlandse landschap (vooral Groningen en Drenthe).

Meer:

  • Koopman (2006). Van eigen bodem. Groningen: Noorderbreedte.
    Hoofdstuk 1: Drie IJstijden op elkaar in Donderen.
  • Koopman, G. (2001). Van eigen bodem:  drie ijstijden op elkaar in Donderen. Noorderbreedte, 1, p. 34-35) (artikel in Noorderbreedte archief)
  • Koopman, G. (2006). Van eigen bodem: sporen van de tijd in de bodem van Noord-Nederland. Groningen: Stichting Noorderbreedte. [Bundel artikelen, uitgebracht ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van het tijdschrift Noorderbreedte. De oorspronkelijke serie artikelen is nog te raadplegen op de website van Noorderbreedte ]

Bij thuiskomst bleken mijn foto’s van de steilrand een beetje tegen te vallen. En ik was vergeten om plaatjes te maken van de Norgron sleuf. Dus ging ik er zondag 14 juli op de fiets nog eens op uit, voor een nieuwe poging. Op de terugweg, vlakbij het naburige Yde, zag ik een bordje met de aanwijzing Meisje van Yde. Daar sloeg ik af (zie  Zwerfsteentoerisme (2): Gebroken cirkel, Yde)
.