[Deze tekst schreef ik oorspronkelijk voor mijn persoonlijke website, in 2004. Hier als blogpost opnieuw gepubliceerd 11-02-2013. Bijgewerkt 21-12-2020]. Februari 1968 kwam ik als administratief medewerker in dienst van de toenmalige Provinciale Bibliotheek Centrale Haarlem (*). Dat was het begin van mijn bibliotheekloopbaan.
Gedurende twee jaar maakte ik kennis met verschillende afdelingen van het PBC- bedrijf. Onder andere de catalogusafdeling, de reproductieafdeling en de unieke afdeling bibliotheekreclame van Marcel Dorel (**). Als een van de bibliothecarissen ziek was, deed ik invaldiensten in een plaatselijke bibliotheek, ergens in Noord-Holland. En wanneer het nodig was werkte ik ook nog voor de bibliobus, de zeemansbibliotheek in Amsterdam en in de zomer voor de toeristenbibliotheek op camping De Lakens in Bloemendaal aan zee. De PBC had in die tijd net een nieuwe directeur: Dick Reumer. Later, in 1971, zou hij directeur worden van het Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, het NBLC. Hij was een zeer gedreven man, een geboren teamleider. Met zijn enthousiasme, zijn onuitputtelijke energie en bourgondische hartelijkheid wist hij iedereen voor zijn ideeën te winnen. En ideeën had hij in overvloed. (**)
Project Spaarnberg
In de loop van 1969 groeide o.a. het plan om een ‘maatschappelijk documentatiecentrum’ op te zetten. Dit centrum moest voorzien in actuele informatie ten dienste van uiteenlopende sociale bewegingen en actiegroepen. Het project vond onderdak in een voormalig seminarie van de Witte Paters, op het landgoed Spaarnberg (***) in Santpoort. De opzet deed denken aan een conferentieoord of volkshogeschool, met als speciale toevoeging een door de PBC beheerde documentatieafdeling. Die voorziening werd ondergebracht in de kapel van het seminarie. Daar kwamen nu tijdschriften- en boekenrekken te staan. De vroegere biechtstoelen werden gevuld met onafzienbare rijen knipselmappen.
Documentatie? Of seventies gefröbel?
Vanaf begin 1970 maakte ik deel uit van het kersverse documentatieteam. Er kwamen ook enkele nieuwe collega’s bij, waaronder Gert Toonen (nu oud-wethouder in Zandvoort) en Rob Sonderkamp (teamleider) (**). Dagelijks waren wij in de weer met het verknippen van dag- en weekbladen, kopiëren van artikelen, bijhouden van trefwoorden en het vullen van de knipselmappen. Daarnaast waren we bezig met een tamelijk revolutionair catalogussysteem. Beschrijvingen van verschillende media – boeken, artikelen, diaseries, geluidsopnames etc. – kwamen op verschillend gekleurde cataloguskaarten. Ja, het waren nog de hoogtijdagen van de de papieren kaartcatalogus …. Die beschrijvingen werden aangevuld met trefwoorden van eigen makelij, waarbij wij nog niet werden gehinderd door veel bibliotheektechnische kennis.
Het meest opvallende was de kaartenbak zelf. Het was een zogeheten ‘paternoster’model, overgenomen van een ziekenfonds. Een kast met het formaat van een flinke piano. Daarin konden elektrisch aangedreven open kaartenbakken ronddraaien. Met één druk op de knop kon je de gewenste kaartenbak naar voren halen. Dat was nog eens wat anders dan die onhandige gestapelde kaartenkastjes! In een andere draaitrommel, afkomstig van de gemeentesecretarie van Spijkenisse, zaten boek- en filmrecensies. De beschildering met onze eigen handafdrukken illustreerden de heersende ludieke tijdgeest.
Het hoogtepunt was de opening van het informatiecentrum, september 1970. Terwijl diverse notabelen uit de bibliotheekwereld hun speeches afstaken, zorgde ik voor een passende achtergrond met ‘psychedelische’ vloeistofprojecties. Maar ik had de bibliotheekdeskundigen ook langs onze kaartcatalogus zien schuifelen. En ik had heel wat hoofdschudden en afkeurend gemompel genoteerd over onze eigengereide kaartkleuren en trefwoorden. Dat had mij wel aan het denken gezet.
Opleiding
In 1972, na amper een jaar vruchteloze studie andragologie, vond ik het tijd om een bibliotheekopleiding te gaan volgen. Met Gert Toonen, mijn naaste collega in het Spaarnbergproject, ging ik wekelijks naar Den Haag voor de basiscursus van de Gemeenschappelijke Opleidingen (voor informatieprofessionals) GO (A1/A2). Het jaar daarop (1973/1974) volgde ik nog de documentatieopleiding aan de voormalige Frederik Muller Academie in Amsterdam.
Het bibliotheekvak was voor mij dus zeker geen snelle roeping. Eerder een trage rijping. De voortekenen waren weliswaar al vroeg aanwezig. Inderdaad, van jongs af aan was ik dikwijls met een boekje in een hoekje te vinden. Maar mijn latere leerschool bij de PBC Haarlem en vooral de geestdrift en inspiratie van Dick Reumer gaven de doorslag. Door de jaren heen zijn ze altijd de motor achter mijn bibliotheekcarrière geweest.
Wonen in een bibliotheekmagazijn
Bij de PBC had ik sinds 1969 nog een andere collega, Arent Jan Dudok van Heel. Hij kwam in dienst als offsetdrukker bij de reproductieafdeling. Wij zochten in periode allebei een eigen woonruimte. Via de PBC mochten we tijdelijk onze intrek nemen in een leegstaand bibliotheekmagazijn in de Piet Mondriaanstraat in Amsterdam-West.
Dat magazijn bestond in feite uit twee met elkaar verbonden garageboxen. Maar voor ons was het een unieke woonomgeving. De aanwezigheid van een groot aantal lege boekenrekken zorgde voor een uiterst hippe entourage. Een paar perzische tapijten op de grond en hier en daar een likje muurverf in stemmige seventies kleuren (paars, oranje en zeegroen) completeerden het geheel. De kale muren bleken trouwens zeer geschikt voor vloeistofprojecties. En tussen de rekken was plaats genoeg voor feestgangers die bleven overnachten.
In de zomer van 1970 verhuisden Arent, Gert en ik naar een flat in Haarlem. Ook weer via bemiddeling van de PBC. Tot 1974 hebben wij deze dienstwoning met elkaar gedeeld. En voor kortere of langere tijd ook met onze vriendinnen. Het was een stormachtige, soms chaotische periode. Maar in mijn herinnering zijn het nog steeds gouden jaren.
Meer:
Sonderkamp, R.F.: Op weg naar een mediatheek : verslag van de informatiedienst, september 1972. Haarlem, Stichting Federatieve provinciale bibliotheekcentrale voor Noord-Holland, 1972.
(*) De Provnciale Bibliotheek Centrale Haarlem was voortgekomen uit de oudere Katholieke en Christelijke Bibliotheekcentrales voor Noord-Holland. In Alkmaar bestond de Provinciale Bibliotheekcentrale Alkmaar, voortgekomen uit de Algemene Provinciale Bibliotheekcentrale voor Noord-Holland. Sinds 1967 werkten PBC Haarlem en PBC Alkmaar samen in de Stichting Federatie der Provinciale Bibliotheekcentrales in Noord-Holland. In 1973 fuseerden beide PBC’s tot de Provinciale Bibliotheekcentrale Noord-Holland (PBC Noord-Holland). Na invoering van de Welzijnswet 1987 werd de PBC Noord-Holland in 1988 opgeheven. (zie o.a. deze archiefbron)
(**) Marcel Dorèl overleed op 16 juli 2010. Dick Reumer overleed op 29 januari 2013. Rob Sonderkamp overleed op 5 februari 2013.
(***) Het project eindigde in 1985 met het faillissement van de Stichting Spaarnberg.
(Vervolg zie: Terugblik op de HBO-bibliotheek (1): de jaren ’70, en Terugblik op de HBO-bibliotheek (1 a): Academie voor Sociale en Culturele Arbeid)
.