De informele bibliotheek (7): in het nieuws

[Bijgewerkt 19-08-2017] De ruilbibliotheek krijgt in Nederland snel voet aan de grond. De VPRO besteedde er afgelopen weken aandacht aan. En binnenkort komt ook Trouw met een publicatie.

In 2010 maakte ik kennis met een cafébibliotheek in Vierakker. En vorig jaar las ik over een Boekenasiel in Nijmegen en over een bibliotheek in een oude PTT telefooncel in Beesd (de laatste heeft sinds januari een nieuwe locatie – op de kruising Dr. A Kuyperwegweg en het Lage Huis). Die berichten zetten mij aan om op verkenning te gaan naar dit nieuwe fenomeen. Nou ja, nieuw, dat was nog te bezien.

In Duitsland werden in de jaren ’90 al openbare boekenkasten gesignaleerd. Is er indertijd iets vergelijkbaars te zien geweest in Nederland? De Ludgerusbibliotheek in Vierakker werd al in 2007 opgezet als ruilbibliotheek. Kan het zijn dat er nog meer van zulke – in dit geval meer besloten, inpandige – ruilbibliotheken bestaan, die in de actualiteit van dit moment nog niet zijn ontdekt? Het nieuws is nu vooral gericht op de van oorsprong Amerikaanse Little Free Libraries (LFL), die van tamelijk recente datum zijn (2009). Ze hebben vaak de vorm van een  minihuisje of een kastje op een paal, en staan meestal aan de straatkant. De eerste geregistreerde Little Free Library in Nederland staat in Zutphen (nr.#1384), beheerd door Frans en Ria Mulschlegel. De tweede staat in Delfgauw (nr. #3701), beheerd door Lize Duinkerken. De VPRO onthulde kort geleden de installatie van een derde LFL in Den Haag (nr.#4932), beheerd door Lieke Ploeger. (Gegevens van het World Map overzicht op de site van LFL). In de reacties op de VPRO en de Haagse LFL, kwamen nog veel meer LFL lookalikes en verwante initiatieven tevoorschijn.

Leeszaal Rotterdam-West

Zoals ik in mijn verkenning van informele bibliotheken beschrijf, zijn de Little Free Libraries slechts één van de vele verschijningsvormen. Vanwege hun verspreiding en organisatiegraad wel een heel opvallende. Maar daarnaast bestaat er nog een heel scala van andere minibibliotheken, variërend in zowel uiterlijke vormgeving als in  achterliggende motieven. Het gaat niet alleen om ruilen, maar om hergebruik op allerlei manieren.

Via de site van Boekendingen.nl kwam ik op een discussie over de vraag of de term ‘bibliotheek’ niet ten onrechte gebruikt wordt voor deze vormen van boekrecycling. Die discussie lijkt mij tamelijk vruchteloos (link 1, link 2). Het onderwerp ligt naar mijn idee wel iets genuanceerder. Bibliotheken heb je in soorten, ook informele (ruil)bibliotheken zijn niet allemaal gelijk. Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat je een kastje met ruilboeken niet kunt vergelijken met een professioneel ingerichte openbare bibliotheek. Maar het begrip ‘bibliotheek’ lijkt mij niet voorbehouden aan één bepaalde (professionele) opvatting en invulling. Veel interessanter is het feit dat in het digitale tijdperk er aan alle kanten nog heel veel belangstelling is voor papieren boeken en tijdschriften. En dat juist dat oude drukwerk nu aangrijpingspunt is voor nieuwe sociale activiteiten. Kunnen Openbare Bibliotheken deze informele minibibliotheken ook zien als niet beroepsmatig georganiseerde, maar mogelijk wel interessante lokale steunpunten? Als potentiële partners i.p.v. als bedreiging?

[Toevoeging 19-08-2017]  In een recent artikel  leveren twee Canadese bibliothecarissen (Jane Schmidt en Jordan Hale) stevige kritiek op de Little Free Libraries. Zij richten zich echter niet zozeer op de overal opduikende, betrekkelijk anonieme ruilbibliotheekjes. Maar wel op de organisatie van Todd Bol, die de wereldwijde promotie van het ‘merk’ Little Free Library (met hoofdletters) lijkt voorop te stellen. Schmidt: “We did try to come at this in a constructive manner. We maintain that you don’t really need the branding of Little Free Libraries. If anything, I think there’s a missed opportunity for public libraries to put their own branding on these things.” (Kapps, C. Against Little Free Libraries, May 3, 2017. Artikel op de website van Citylab)

Het mooiste voorbeeld vind ik nog steeds de deze maand heropende Leeszaal in Rotterdam-West. Dit is een lokaal initiatief dat veel meer inhoudt dan een kastje met ruilboeken. Alhoewel, deze Leeszaal heeft tijdens het vorig jaar gehouden Leeszaal Festival zelf ook vogelhuisjes met boeken ingezet als promotiemiddel. Een dubbele ruilbibliotheek, kun je wel zeggen. De sluiting van de nabijgelegen wijkbibliotheek was reden om in actie te komen. ‘Uitgangspunt van dit plan was dat we geen alternatieve bibliotheek wilden zijn, maar dat het ons ging om het creëren van een publieke ontmoetingsplek waar boeken en informatie een aanleiding vormen om er te komen. Vandaar ook dat we niet spreken over een bibliotheek, maar over een Leeszaal’ (organisator Maurice Specht, op het voormalige weblog Bibliofuture.nl). Het bijzondere aan dit initiatief is dat het rijk gedocumenteerd is en dat je het op veel verschillende manieren kunt bekijken: als bewonersinitiatief, als buurtcentrum, als voorbeeld van lokale ruileconomie, en ja, ook als een van onderaf vormgegeven bibliotheekachtige voorziening.

Rinske Kegel van het Nijmeegse Boekenasiel attendeerde mij erop dat Trouw in de komende weken in het weekendmagazine een uitgebreid artikel zal brengen over ruilbibliotheken, c.q. Little Free Libraries. Ik ben benieuwd.

Meer:

VPRO-Boeken: Straatbibliotheek (1) Over Little Free Libraries en andere straatbibliotheken

VPRO-Boeken: Straatbibliotheek (2) Over Little Free Libraries en andere straatbibliotheken

VPRO-Boeken: Straatbibliotheek (3) Over Little Free Libraries en andere straatbibliotheken

 

[Toevoeging 01-03-2013]

De Volkskrant van vandaag – 1 maart – heeft een paginagroot artikel over actuele ontwikkelingen in de openbare bibliotheek. Met daarbij een foto van de Leeszaal in Rotterdam-West. Onder de titel ‘De zo geliefde bieb zoekt een nieuwe rol’ geven redacteuren Rutger Bregman en Eva Oude Elferink een overzicht van de stand van zaken.

Als culturele voorziening geniet de openbare bibliotheek nog steeds een grote populariteit. En dat draagvlak blijkt redelijk stand te houden, ondanks dalende bezoekers- en uitleencijfers en krimpende collecties. Bezuinigingen worden opgevangen met zelfbediening en digitalisering. Er wordt geëxperimenteerd met nieuwe vormen van inrichting (‘retail-of winkelconcept’ wordt niet genoemd, maar zal hier ongetwijfeld  bedoeld zijn – JHK) en met frontale presentatie van materialen. En al neemt het aantal vestigingen af, er komen ook weer nieuwe uitleenpunten bij, op scholen en in supermarkten.

‘De bibliotheek biedt nu minder ruimte voor boeken, maar meer ruimte voor mensen. Het moet een aantrekkelijke plek  zijn, waar mensen zich thuis voelen’, laat Francien van Bohemen (Vereniging Openbare Bibliotheken) de Volkskrant weten. En: ‘Bibliotheken willen hun sociale functie behouden. We willen buiten de muren treden. Wat dat betreft bieden bezuinigingen kansen: onder druk kom je tot betere ideeën.’ Maar de bibliotheken krijgen het daar toch nog moeilijk mee. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau zal de bibliotheek er niet in slagen om de ambitie van ‘supermarkt van de informatiesamenleving’ waar te maken. (Deze vaststelling werd overigens al vijf jaar geleden opgetekend. (*) Hier de letterlijke tekst:’ […] het lukt de bibliotheek niet om ‘de supermarkt van de informatiesamenleving’ te worden. Ze verwordt eerder tot de buurtsuper op de hoek: handig voor een snelle vergeten boodschap, maar verhoudingsgewijs te duur en met een te klein assortiment om klanten te verleiden tot het doen van de wekelijkse boodschappen’.) (p.19)

Het Volkskrantartikel signaleert drie meer of minder nieuwe ontwikkelingen: de commerciële bibliotheek, de onbemande bibliotheek en de burgerbibliotheek.

Al eerder deze week was te lezen (NRC Next 27-02-13) dat vier bibliotheken in de gemeente Waterland vanaf 2014 worden overgenomen door Karmac. Dit bedrijf, een bekende specialist op gebied van informatielogistiek, archiefopslag en -beheer, biedt sinds 2009 ook bibliotheekdienstverlening met bibliobussen. NRC-Next citeert Karmac manager Doreleijers: ‘Gemeenten moeten kiezen tussen minder aanbieden of er helemaal mee stoppen’. Volgens hem is boekenuitleen de core bussiness van de bibliotheek. Aanvullende dienstverlening is een luxe die gemeenten zich niet altijd kunnen permitteren. ‘Wij vragen: wat is het budget en wat zijn de wensen van de gemeente? Terwijl de openbare bibliotheken denken: wat willen wij bieden en hoeveel geld hebben we daarvoor nodig? Daardoor komen ze nu in de problemen.’

Het concept van een onbemande bibliotheek wordt al langer in praktijk gebracht (voor het eerst sinds 2009, Ewijk). De Volkskrant noemt het voorbeeld van Callantsoog, waar bewoners vanaf april a.s. kunnen maken van een zgn. plug-in-bibliotheek, een uit diverse modules opgebouwde doe-het-zelf voorziening.

Het meest opmerkelijk is dat het artikel ook de Leeszaal in Rotterdam-West vermeldt, getypeerd als een ‘burgerbieb’. Het maakt nog maar eens duidelijk dat de trend rond wat ik zelf de ‘informele bibliotheek’ noem, soms voorbeelden oplevert die ook de serieuze aandacht van informatieprofessionals verdienen.

.

(*) Huysmans, F. & Hillebrink, C. (2008). De openbare bibliotheek tien jaar van nu: de hoofdlijnen. Den Haag: SCP.

Meer:

Website Leeszaal Rotterdam-West

 

Vervolg van: De informele bibliotheek (6) / Vervolg: De informele bibliotheek (8)

.