[Bijgewerkt 24-09-2023] – Mijn serie over de ‘informele bibliotheek’ bracht mij in contact met Maurice Specht, sociaal onderzoeker in Rotterdam. Hij is een van de bedenkers en organisatoren van het Leeszaalfestival, dat plaatsvond van 19 t/m 23 november 2012. Donderdag 22 november bracht ik een kort bezoek aan de Leeszaal.
Een leegstaand pand aan het Rijnhoutplein in Rotterdam West, waar ooit een hamam (oosters badhuis) was gevestigd, werd binnen enkele weken omgetoverd tot een tijdelijke ontmoetings- en activiteiten-ruimte, de Leeszaal. Het pand werd beschikbaar gesteld door woningcorporatie Woonstad Rotterdam. Van vele kanten werd er materiaal en praktische hulp aangeboden om de Leeszaal in te richten. Het resultaat mocht er zijn
Op diverse plekken in de omgeving hingen houten kastjes, als kleine vogelhuisjes, gevuld met boeken. Ze maakten duidelijk dat aan het Rijnhoutplein iets bijzonders te beleven was. Wat bij binnenkomst meteen opviel was de grote, hoge ruimte. De aanwezigheid van een soort zitkuil achterin de zaal deed mij even terugdenken aan de zeventiger jaren. Maar ik zag nog een paar andere bijzondere elementen.
– Handgemaakte opschriften van piepschuim, zowel op de gevel als binnen. Die belettering, en trouwens het hele inrichtingsplan, werd ontworpen door architect en vriend van de Leeszaal Ruud Brugghe.
– Een zithoekje, versierd met decorstukken in de vorm van een miniatuurbibliotheek. In bruikleen gekregen van het O.T. Theater.
– Een vijftal computers, geschonken door verschillende mensen. Een andere Leeszaalvriend, computerexpert, Martin de Reuver, maakte er een netwerk van.
– In verschillende kasten stond een niet geringe verzameling boeken opgesteld. In de gauwigheid schatte ik bij elkaar toch wel zo’n 1000 exemplaren.
Wat mij vooral trof was de prettige, levendige sfeer. Echt een plek waar je makkelijk even binnen kon waaien voor een krantje, kopje koffie en een praatje met buurtgenoten. De hele week waren er tal van activiteiten gepland (Literatuur, 8). Variërend van schrijversvoordrachten met Kaapverdische muziek, levensverhalen schrijven, tot en met digitaal delen en WordPress voor beginners. Tijdens mijn bezoek was er een taalbeurs gaande met presentaties van verschillende aanbieders van taalcursussen.
Het festival bleek een groot succes. En er wordt nu nagedacht over een manier om de Leeszaal te opnieuw en voor langere tijd open te stellen (Literatuur, 2, 3, 4). Misschien dat ergens begin volgend jaar de deur weer open gaat.
[Toevoeging 25 januari 2013] De Leeszaal aan het Rijnhoutplein in Rotterdam-West krijgt inderdaad een doorstart. Komende week, 31 januari, wordt deze alternatieve leeszaal geopend.
Ideeën en reacties
De directe aanleiding voor het Leeszaalfestival was de voorgenomen sluiting van de wijkbibliotheek aan het Gerrit Sterkmanplein. Op 30 november 2012 was het inderdaad de laatste open dag. Na een tevergeefse handtekeningenactie werd een jaar geleden het idee geopperd van een alternatieve voorziening. Ook het idee van een leeszaal kwam toen voorbij. Toch duurde het nog even voordat serieuze plannen werden gesmeed. Initiatiefnemers Maurice Specht en Joke van der Zwaard hadden in september vorig jaar in een renovatieflat al eens een ‘huiskamer-bibliotheek’ opgezet (Literatuur, 2, 3, 4).(zie ook ‘de informele bibliotheek’, deel 4).
In maart bespraken zij de mogelijkheden voor een reactie op de sluiting van de wijkbibliotheek. ‘Een reactie niet gebaseerd op protest of actie van een ander; maar een actie gericht op het zelfstandig creëren van iets anders en iets beters. De kiem voor de Leeszaal was geboren’ (Literatuur, 6).
Cruciaal was dat Joke en Maurice niet zelf een plan wilden bedenken, maar het gesprek aangingen met wijkbewoners over hun wensen en ideeën en over wat zij zelf in het geheel konden bijdragen. ‘Uitgangspunt van dit plan was dat we geen alternatieve bibliotheek wilden zijn, maar dat het ons ging om het creëren van een publieke ontmoetingsplek waar boeken en informatie een aanleiding vormen om er te komen. Vandaar ook dat we niet spreken over een bibliotheek, maar over een Leeszaal’ (Literatuur, 6).
Uiteindelijk vormde zich een groep van zo’n 70 vrijwilligers die al hun beschikbare tijd en energie staken in de uitvoering van het plan. De kern bestaat uit 5 mensen: Maurice Specht, Joke van der Zwaard, Sander Zweerts de Jonge, Ruud Brugghe en Martin de Reuver.
De deel gemeente Rotterdam-Centrum was bereid om het initiatief financieel te ondersteunen. Het lokale buurthuis (Aktiegroep Het Oude Westen) bood de leeszaalgroep vergaderruimte en was ook de plek waar veel vrijwilligers gevonden werden.
Ik vroeg Maurice of hij nog opmerkelijke reacties had gekregen
Hogeschool Rotterdam en de Erasmus Universiteit lieten weten geïnteresseerd te zijn in het Leeszaal project. Maurice: ‘Dat is tegelijkertijd ook wel lastig, want we willen niet een soort onderzoeksobject voor iedereen worden. Daar moeten we voorzichtig mee om gaan’ (Literatuur, 7).
De directeur van Bibliotheek Rotterdam bleek tijdens een bijeenkomst minder belangstellend. Andere bibliothecarissen daarentegen gaven wel positieve reacties. Na de sluiting van het wijkfiliaal brachten sommige medewerkers zelfs boeken mee voor de Leeszaal.
De Leeszaal als informele bibliotheek
In mijn blogserie koos ik voor de benaming ‘informele bibliotheek’ om een heel spectrum van onderling zeer verschillende, bibliotheekachtige verschijnselen samen te pakken en ze te onderscheiden van de gevestigde bibliotheekorganisaties. Voor een verdere typering kon ik eigenlijk alleen afgaan op de uiterlijke verschijningsvorm (minihuisjes, telefooncellen, kastjes, diverse gebouwen etc.). Over de achtergrond, de bedoeling of de organisatie wist ik de meeste gevallen weinig of niets. Bij de Rotterdamse Leeszaal ligt dat anders. Daar is juist heel veel bekend over de achtergrond. Het idee en de uitwerking zijn goed gedocumenteerd. Zoals andere informele bibliotheken kun je deze Leeszaal op verschillende manieren labelen: tijdelijke bibliotheek, pop up bibliotheek, guerillabibliotheek, alternatieve bibliotheek. Vanwege de aanleiding valt er enigszins een vergelijking te maken met de bibliotheek in Vierlingsbeek, die door actie van de dorpsbewoners van de ondergang werd gered (Literatuur, 15). Maar hier in het Oude Westen is er geen doorstart van een gesloten bibliotheekvestiging. Het gaat zelfs niet om een echte bibliotheek. Er is immers geen sprake van een geselecteerde collectie, er is geen catalogus, geen uitleen- of ledenadministratie, geen beheersorganisatie. In zijn terugblik benadrukt Maurice nog eens dat het streven niet was gericht op het creëren van een ‘bibliotheek’alternatief. De bedoeling was vooral ‘een publieke ontmoetingsplaats die draait om taal in al zijn mogelijke uitdrukkingsvormen. Een plek waar allerlei groepen elkaar door en naast elkaar ontmoeten’ (Literatuur, 1). Echter, ook openbare bibliotheken houden zich bezig met taalactiviteiten en presenteren zich graag als een prettige en verrassende ontmoetingsplek. De essentie van het Rotterdamse Leeszaal experiment lijkt mij toch ergens anders te liggen. Maar dat is niet gemakkelijk te omschrijven, zoals Maurice in een andere tekst zelf ook vaststelt: ‘Are we able to precisely put into words the actual communal, economic and social value which resides in these projects? Not really I’m afraid and because of this it is too easy to understate the value of these projects and to see them merely as fun, fringe projects’ (Literatuur, 11).
De Leeszaal in context
Ik ben geen wijkbewoner en geen wetenschapper. Ik bekijk de Leeszaal als geïnteresseerde bezoeker. En nog een beetje als bibliothecaris, wat tot dit voorjaar mijn beroep was. Met die bril op zie ik de volgende thema’s.
Hoe past de Leeszaal in een Rotterdamse of bredere grassrootsbeweging? En hoe kan het Leeszaalfestival op zijn beurt weer een inspiratiebron zijn voor andere grassrootsprojecten?
Een lokaal burgerinitiatief zoals het Leeszaalfestival is een goed voorbeeld van de grassroots benadering. Bottom up, zoveel mogelijk los van overheidsbemoeienis, los van gevestigde belangen en structuren. Op basis van spontane, vrijwillige actie. Grassrootsprojecten schieten tegenwoordig als paddenstoelen uit de grond. In het onderwijs of op gebied van duurzame energie (link 1 en link 2). En hier een voorbeeld over cultuurparticipatie in Den Haag. Maurice Specht verwijst naar de metafoor van de ‘olifantenpaadjes’ (Eng.: ‘desire lines’ ) (Literatuur, 11). Fotograaf Dirk-Jan van den Burg en schrijver Maarten ‘t Hart beschreven het fenomeen hoe mensen op bepaalde plekken niet de officiële weg volgen, maar hun eigen ‘kortste weg’ kiezen en zodoende hun eigen ‘olifantenpaadjes’ maken. (Zoals je in de jungle aan sporen in het gras kunt zien hoe doeltreffend olifanten en andere dieren hun voorkeursroute kiezen.)
Is er een relatie te leggen tussen het Leeszaalproject en activiteiten van het stedelijk opbouwwerk? Valt er over en weer iets van elkaar te leren?
Het Leeszaalproject kun je ook zien als een vorm van maatschappelijk opbouwwerk (Eng. community work). Stimuleren van sociale betrokkenheid, participatie van bewoners, kwaliteit van de leefomgeving, versterken van de eigen kracht, dat zijn relevante trefwoorden. Maar ook van die kant bekeken staat het Leeszaalproject buiten de gevestigde organisaties, verenigd in de brancheorganisatie voor de sociale sector in Rotterdam (BOSSR). (Opm. de BOSSR werd op 01-01-2013 opgeheven – JHK).
Maurice Specht (link)is medeoprichter van de Community Lovers Guide – hier afgekort CLG (Literatuur, 10). De CLG is een reeks online gepubliceerde handboeken met casusbeschrijvingen van projecten in lokale gemeenschappen. De projecten hebben het karakter van een ‘open-source’ samenwerking en onderlinge hulpverlening tussen buurtbewoners. Ze laten zien hoe burgers bijdragen aan hun eigen omgeving, met praktische activiteiten en eenvoudige hulpmiddelen (bijv. gezamenlijke moestuin, reparatiehulp, ontmoetingsmomenten ed.). De CLG handboeken leveren ook voorbeelden uit Nederland, o.a. de vier grote steden, maar ook Leiden en Groningen. CLG hoofdredacteur Tessy Britton (link) bedacht ook Participatory City (Literatuur, 9), een soort raamwerk, waarbinnen de Community Lovers Guide een belangrijk onderdeel is.
Hoe past het Leeszaal initiatief in de veel bredere maatschappelijke ontwikkeling, gericht op ‘delen’.
Sommige lokale initiatieven zijn gericht op het ruilen, delen, lenen of weggeven van goederen of diensten. Een bekend voorbeeld van zo’n lokaal ruilsysteem is het internationale LETS netwerk, dat ook een Nederlandse tak heeft. (Meer over de achtergrond van LETS en over lokale ruileconomie, link). Andere voorbeelden van ruilnetwerken zijn shareable.net, hetkanwel.net, freecycle.org. Het ruilen van boeken komt heel veel voor en heeft o.a. geleid tot internationale netwerken als Little Free Libraries en Bookcrossing. Op de slotdag van het Leeszaalfestival werd onder leiding van Juul Martin, expert op het gebied van de deelconomie, besproken
Is het mogelijk dat een lokaal initiatief als de Leeszaal in het Oude Westen ook bekeken en begrepen kan worden vanuit een ‘alledaags’ kosmopolitisch perspectief?
Het Oude Westen is een wijk die bekend staat om zijn grote etnische en culturele diversiteit (link 1 en link 2). Ik kom niet zo vaak in Rotterdam, maar ik ga hier altijd graag even kijken. Als je zichtbaar wil maken waarvandaan al die winkeltjes hun spullen importeren, dan heb je volgens Maurice een wereldkaart nodig. De wereld in een wijk. Maar, vraag ik mij af, in hoeverre voelen de bewoners zich hier ook wereldburgers? Wat is hun verbondenheid met deze wijk? En welke banden hebben zij met andere plekken, ergens anders op de wereld? Een Engels onderzoek probeert antwoord te geven op zulke vragen (Literatuur, 21).
Afgelopen zomer verscheen het proefschrift van historicus en journalist Ralf Bodelier, getiteld: Kosmopoliet & Krottenwijk (Literatuur, 20). Bodelier schetst hoe het mondialiseringsproces niet alleen leidt tot Global Concern, maar ook tot Global Commitment. Het idee van menselijke waardigheid staat in Bodeliers’opvatting centraal, ook al kan het niet meteen vertaald worden in een programma of een strategie. ‘Wat menselijke waardigheid hier en nu vereist, zijn verhalen […] Krachtige verhalen, liever klein dan groot’. (Literatuur, 20, p. 440). Het net verschenen decembernummer van literair tijdschrift De Gids, met als thema kosmopolitisme, bewijst de groeiende belangstelling voor deze denkrichting (Literatuur, 22).
I
Maatschappelijke betekenis
Terug naar de bibliotheek. Voor de gelegenheid heb ik de laatste twee jaargangen (2011 en 2012) van het Bibliotheekblad nog eens doorgevlooid. Hier een aantal onderwerpen die mij opvielen:
– Bezuiniging op het bibliotheekwerk zijn bepaald niet nieuw. Bibliotheekblad 2011, nr 11, bevat een terugblik (Literatuur, 19) op het protest tegen de bezuinigingen van 1983, in gang gezet door toenmalig WVC. minister Elco Brinkman. Maar in mijn herinnering kan ik nog wel iets verder terug. In 1971 was het CRM staatssecretaris Henk Vonhoff, die als voorstander van het profijtbeginsel vastbesloten was om op zijn beleidsterrein (cultuur, jeugd, sport, natuurbehoud) “dor hout te kappen”. Dat voornemen bracht een een grote protestdemonstratie (10 nov. 1971) op de been. En Vonhoff kreeg een botte bijl cadeau.
Nu is het opnieuw raak, met kortingen op het cultuurbudget en verhoging van het BTW tarief. Op 20 november j.l. was er een landelijke actiedag ‘Nederland schreeuwt om cultuur’. Maar net als bij vorige acties is het maar de vraag of het veel uithaalt.
– Ik werd verrast door een artikel in Bibliotheekblad 2011, waarin medeorganisator van het Leeszaalfestival Joke van der Zwaard uitvoerig aan het woord komt. Over de opheffing van kleine buurtbibliotheken, maar vooral ook over het ontbreken van een visie op de sociale functie van de bibliotheek. De buurtbibliotheek is een ontmoetingsplek, die je een ‘thuisgevoel’ geeft. Bibliotheken moeten goed nadenken voor ze zulke buurtvestigingen opheffen. En ze moeten nieuwe wegen bewandelen om die sociale functie te behouden (Literatuur, 16).
– In het Bibliotheekblad worden berichten over bezuinigingen in aantal veruit overtroffen door de showcases van (ver)nieuwbouwprojecten. Het tijdschrift puilt uit van de artikelen over architectonische hoogstandjes, retail- en andere concepten, restyling en marketingtechnieken.
Nu kun je je afvragen hoeveel ruimte de economische crisis nog laat voor toekomstige moderniseringsplannen. Maar er is meer.
– In een aantal artikelen wordt gesignaleerd dat de huidige, ingrijpende bezuinigingen de vraag oprakelen naar de missie en de maatschappelijke waarde van de bibliotheek (Literatuur, 12, 13, 14, 17, 18). In vaktermen gaat het dan om de outcomes, de maatschappelijke opbrengst of Social Return on Investment. In de discussie komt soms zelfs het bestaansrecht van de bibliotheek ter sprake (Literatuur, 17).
– Enkele auteurs doen voorstellen hoe die maatschappelijke betekenis nader kan worden onderzocht, meetbaar gemaakt. In het buitenland (Engeland, Schotland, Noorwegen) zijn al methoden bedacht om moeilijk aantoonbare effecten van bibliotheekwerk toch te kunnen wegen (12). In Nederland is het nog niet zover. Maar het is al heel wat dat dit belangrijke onderwerp nu is benoemd en een punt van actie wordt. Het Sectorinstituut Openbare Bibliotheek (SIOB) heeft vijf waardeaspecten onderscheiden waarop men onderzoek wil gaan doen (Literatuur, 13):
- educatief-cognitief: zelfontwikkeling en volksverheffing
- sociaal: sociaal kapitaal en sociale cohesie
- economisch: human capital en kenniseconomie
- cultureel: behouden en stimuleren van creativiteit, identiteit en letterencultuur
- affectief: zelfontplooiing en funfactor
Dit lijken mij interessante thema’s. Ze komen naar mijn idee dicht in de buurt van de ideeën zoals die in het Leeszaalfestival zijn verwoord. En ik veronderstel dat vrienden van de Leeszaal ook uit zijn op een duurzaam effect, op maatschappelijke betekenis.
Is het denkbaar dat de organisatoren van het Leeszaalproject en Bibliotheek Rotterdam elkaar toch weten te vinden, op een of meer van deze thema’s? En dat zij manieren bedenken om niet alleen hun eigen, maar ook elkaars publieke waarde (Literatuur, 23) te versterken?
In de Volkskrant van 8 december las ik een interview met de Britse econoom Diane Coyle. In haar boek The Economics of Enough, dat vorig jaar verscheen, geeft zij haar kritische visie op het kapitalisme. Met name op de ontsporing ervan in de afgelopen dertig jaar. ‘Ik vergelijk deze periode graag met de victoriaanse tijd. Een tijd van keihard kapitalisme, veel zorgen, veel ziekten, het vuil van Dickens. Maar het was ook de tijd waarin nieuwe instituties werden opgericht. De tijd die ons musea bracht, openbare bibliotheken, vakbonden, verzekeringscollectieven. Mijn hoop is dat die nu ook zullen ontstaan. Dit keer van onderop: energiecollectieven, crowdsourcing, allerlei zelforganiserende sociale bewegingen. Daar zie je weer het besef dat we er samen in zitten’ (Literatuur, 24).
Literatuur:
Leeszaalfestival Rotterdam en gerelateerde bronnen
1. Leeszaal Rotterdam West. (2012). [Website: http://www.leeszaalrotterdamwest.nl/]
2. Leeszaal Rotterdam West (2012). Hoe het begon. [Artikel https://www.leeszaalrotterdamwest.nl/?page_id=2346]
3. Een leeszaal in het Oude Westen (2012, november). Buurtkrant Oude Westen, p. 1. [Artikel http://www.aktiegroepoudewesten.nl/Downloads/Buurtkrant/2011/2011_11_00.pdf ]
4. Specht, M.(2012, 2 september). A (re-)Imagined Library: organizing by doing. [Blogpost https://archivethrivingtoo.typepad.com/thriving_too/social-spaces/]
5. Specht, M (2012, 24 november). A (re)imagined Library: organizing by doing part 2. [Blogpost https://archivethrivingtoo.typepad.com/thriving_too/community/]
6. Specht, M. (2012, 29 november). De Leeszaal als genereus antwoord op het sluiten van de bibliotheek. [Blogpost https://bibliofuturenl.wordpress.com/2012/11/ ]
7. Specht, M. Persoonlijke communicatie via email, 7 december 2012.
8. Leeszaal Rotterdam West. (2012). Programma Leeszaalfestival. [Artikel https://www.leeszaalrotterdamwest.nl/?cat=19]
9. Partcipatory City. [Website http://www.participatorycity.org/] [Illustrated guide PDF]
10. Community Lovers Guide. [Website: http://communityloversguide.org/ : Following the fantastic response to Hand Made – portraits of emergent community culture – we are producing local editions known collectively as Community Lover’s Guide to the Universe. We are a collaborative innovation network of over 45 voluntary editors across the globe, working together to share inspiring examples of people-led activity.]
11. Specht, M. (2012) Community Lovers Guide, Rotterdam, Chapter: Desire Lines. [Artikel http://www.communityloversguide.org/rotterdam-summary ]
Reacties op het Leeszaalfestival
Mijnsbergen, E.(2012, 25 november). Een guerillabibliotheek in Rotterdam West. http://www.edwinmijnsbergen.nl/2012/11/ (niet meer aanwezig)
Schrijverdezes (2012, 24 november). Zalig lezen. [Blogpost]. http://schrijverdezes.blogspot.nl/2012/11/zalig-lezen.html
Velter, J. (2012, 28 november). De leeszaal. [Blogpost]. https://bibliofuturenl.wordpress.com/tag/johan-velter/
Verhoeven, I. (2012, 22 november). Steeds vaker particuliere experimenten na sluiting kleine bibliotheekvestiging. [Artikel op de website van Bibliotheekblad, rubriek Nieuws Uitgelicht: Bij wijze van burgerinitiatief en experiment is afgelopen maandag de Leeszaal Rotterdam West geopend. Na initiatieven in onder andere Brabant en Drenthe is dit het volgende in een reeks van projecten die, vaak als levendige vrijwilligersbolwerken, functies van opgedoekte bibliotheken overnemen. Want na sluiting van filialen blijft vaak het verlangen naar een buurtbieb. Of iets wat er op lijkt.]
Artikelen in Bibliotheekblad
12. Bruin, M. de (2011). Harde cijfers voor zachte sector. Bibliotheekblad, 10, 12-15.
13. Huysmans, F. & Oomes, M. (2011). Wat bibliotheken waard zijn. Bibliotheekblad, 10, 8-11.
14. Kielema, E. (2011). Wethouders willen andere rol bibliotheken. Bibliotheekblad, 6, 10-13.
15. Kuipers, T. & Middelkoop, M. (2012). Burgers op de bres voor hun bieb. Bibliotheekblad, 3, 24-27.
16. Ros, V. (2011). ‘Geen bezuinigingen maar visie nodig’. Bibliotheekblad, 6, 38-39. [Gesprek met Joke van der Zwaard.]
17. Veen H. (2011). Van richtlijn naar rendement. Bibliotheekblad, 10, pp. 29-31.
18. Veen, H., Eijk, P. van & Nieuwenhuis, B. (2012). Ondernemen en maatschappelijk effect in zwaar weer. Bibliotheekblad, 8, 10-13.
19. Vries, A. de (2011). Protest tegen bezuinigingen toen en nu. Bibliotheekblad, 11, 17-19.
Overige bronnen
20. Bodelier, R. (2012). Kosmopolitiet en krottenwijk. Tilburg: Wereldpodium. ISBN 978-90-8863-089-7. [Recensie: Hoewel Bodelier een kosmopolitische levenshouding verdedigt, constateert hij ook dat het emotionele draagvlak onder het wereldburgerschap wankel is.]
21. Bonnerjee, J. , Blunt, A., McIlwaine, C. & Pereira , C. (2012). Connected Communities: diaspora and transnationality. London, Queen Mary University (School of Geography). [PDF]
22. Kosmopolitisme (2012, december). De Gids, 8, p. 1-39. [Themanummer, met artikelen van o.a.Ralf Bodelier, Louise O. Fresco, Merlijn Olnon, Michiel van Kempen].
23. Meer, L. van der (2012). Allianties in de wijk: winst van publieke waarde(n)? Oisterwijk: Wolf Legal Publishers. ISBN 978-90-5850-780-8. [Samenvatting: Een onderzoek naar de creatie van publieke waarde door allianties in Rotterdam Oud-Zuid en Amsterdam Nieuw-West.]
24. Persson, M. (2012, 8 december). ‘Werk eerst de ongelijkheid weg’. De Volkskrant, p. 29. [Artikel: Het kapitalisme is ontspoord. In haar nieuwe boek stelt econome Coyle dat we offers moeten brengen, de allerrijksten voorop. ‘De graaiende bankiers hebben mensen boos gemaakt’. ] [Interview naar aanleiding van het boek: Coyle, Diane (2011). Economics of enough: How to run the economy as if the future matters. Princeton, NJ: Princeton University Press. ISBN 978-0-691-14518-1. Published 7 March 2011].
Vervolg van: De informele bibliotheek (5) / Vervolg: De informele bibliotheek (7)
.