[Bijgewerkt 29-01-2023] De VPRO-gids #10 (6 t/m 12 maart 2021) presenteerde een nieuwe Boekengids-webserie: Minibieb der onvolprezen boeken (link). Een aardige formule, die het zeker bekijken waard is. Hoewel ik eerder had aangekondigd te zullen stoppen met deze serie over de informele bibliotheek is de deur nog niet dicht. Dus zolang er aanleiding opduikt, ga ik door.
Inhoud:
- Minibieb op de fiets
- Ruilboeken in coronatijd
- Boekenruil is niet nieuw
- Miniatuurschooltje als aandenken
- LFL grondleggers Todd Bol en Rick Brooks
- LFL non-profitorganisatie en handelsmerk
- Navolging maar ook tegenwerking
- De LFL rage bereikt Nederland
- Minibieb.nl
- LFL bij Groningen
- Boekspots
- Ruzie om het handelsmerk
- Kritische noten
Terug naar inhoud: klik op pijl in rood vlak, rechtsonder op de pagina
Minibieb op de fiets
Schrijfster Nhung Dam (link1, link2) toont zich een ware ambassadeur, zowel voor de auteurs die zij bezoekt en interviewt, als voor de verborgen juweeltjes van boeken, die zij cadeau krijgt voor het miniboekenkastje op haar fiets. Wat mij bijbleef van de twee eerste afleveringen: Jaap Robben leest een prachtig gedicht van Edward van de Vendel: Wat je moet doen als je moeder huilt, uit zijn bundel Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt. Walter van den Berg plukt uit zijn op alfabet gerangschikte boekenkast het Verzameld werk van Vincent Mahieu (pseudoniem van J. J. Th. Boon). Mahieu is mij beter bekend onder zijn tweede pseudoniem: Tjalie Robinson (link). Hij was een belangrijk vertegenwoordiger van de Indo-gemeenschap. En een van de initiatiefnemers van het jaarlijkse Pasar Malam Tong Tong festival (tegenwoordig Tong Tong Fair, link) in Den Haag.
Ruilboeken in coronatijd
Nu veel mensen vanwege corona thuis zitten is het ruilen of weggeven van boeken via openbare boekenkastjes razend populair. Elk initiatief om boeken op die manier een tweede kans te geven kan rekenen op veel sympathie. Boeken, ook ruilboeken in minibibliotheken, lopen niet veel kans om met het coronavirus besmet te raken, maar helemaal uitgesloten is het niet. Daarom nemen sommige beheerders van Amerikaanse ruilbibliotheken wel voorzorgsmaatregelen (link1, link2). In Nederland doet de Koninklijke Bibliotheek gebruikte boeken enkele dagen in quarantaine (link). Of Nederlandse minibiebbeheerders en -gebruikers zich van risico’s bewust zijn en hoe zij hiermee omgaan kan ik niet overzien. Ik kwam een voorbeeld tegen van een minibieb met een pompje handgel (link) Dat lijkt mij in elk geval goede service.
Boekenruil is niet nieuw
VPRO-gids #10 besteedt veel aandacht aan de geschiedenis van de Amerikaanse Little Free Libraries (* link1, link2), hét grote voorbeeld van de al of niet geregistreerde Nederlandse minibiebs. Maar zoals een commentaar in de VPRO-gids #11 signaleert, al in de jaren ’60 werden boeken achtergelaten in horecagelegenheden (“om mee te nemen, te ruilen of om de bagage te verlichten”, Rik Lina). Ook doelbewust ontworpen openbare collecties ruilboeken verschenen al eerder. In 1991 installeerde het kunstenaarsduo Michael Clegg en Martin Guttmann hun Offene Bibliothek / Open Public Library in Graz (Oostenrijk)(link). In latere jaren volgden installaties in Hamburg (1993) en Mainz (1994). Een ontwerp van kunstenares Trixy Royeck voor een openbare boekenkast (link) (2002) kreeg veel navolging, waardoor het idee in een stroomversnelling kwam. In 2010 bijvoorbeeld werden boekenkastjes geïnstalleerd in 100 Hamburgse stadsbussen (link). ICT-er Ron Hornbaker kwam in 2001 met het idee van Bookcrossing (link) (achterlaten en vinden van ‘zwerfboeken’) en ontwierp daarvoor ook de Bookcrossing website.(link) De Little Free Libraries zijn sinds ca. 2012 ongetwijfeld de meest bekende verschijningsvorm van ruilbibliotheken. In mijn blogserie De Informele bibliotheek heb ik er dikwijls naar verwezen. Ik ga er nu wat uitgebreider op in.
(*) Ik zal de naam Little Free Library (organisatie) of Little Free Libraries (de boekenkastjes) soms afkorten tot LFL of LFLs.
Miniatuurschooltje als aandenken
Toen Todd Bol in 2009 zijn eerste boekenkastje bedacht, bestonden er dus al heel wat vergelijkbare initiatieven. Maar of hij daarmee bekend was? Ik vond daar geen aanwijzingen voor. Van het hout van een oude garagedeur bouwde Todd een kastje in de vorm van een miniatuurschoolgebouwtje. Het herinnerde hem aan zijn moeder, June Bol, die in 2001 was overleden. Zij was onderwijzeres geweest en had veel van boeken gehouden. Todd vulde het kastje met een paar van haar boeken en plaatste deze minibibliotheek in zijn voortuin. Een ‘spiritueel gebaar’, zoals hij zei. Het bleef niet bij één kastje. Todd bouwde er meer, verkocht er wat en gaf vele weg. In 2011 stierf zijn vader. Ook voor hem bouwde Todd een boekenkastje (o.a. met het hout van zijn kinderbedje). Het kastje kreeg een plek naast het minischooltje voor zijn moeder. Dit hartverwarmende verhaal heeft zeker bijgedragen aan het latere succes van de Little Free Libraries.
LFL-grondleggers Todd Bol en Rick Brooks
Todd Bol (link) studeerde sociologie en psychologie, en begon zijn loopbaan als leraar in het openbaar onderwijs. Opmerkelijk, omdat hij door dyslexie altijd moeite had met lezen. Later werkte Todd als bedrijfsontwikkelaar voor verschillende ondernemingen en overheidsorganisaties. Met name specialiseerde hij zich in zakelijke ruilprogramma’s (Eng. bartering) (link). Als sociaal ondernemer startte hij een non-profit wervingsbureau (Global Scholarship Alliance) dat buitenlandse verpleegsters de kans bood om met een beurs in de VS een opleiding te volgen. Toen zijn zakenpartners echter een andere koers inzetten werd Todd in 2009 gedwongen zijn eigen organisatie te verlaten (link).
In datzelfde jaar nam Todd deel aan een seminar over lokale economie, gegeven door Rick Brooks. Rick was cultureel antroloog, leraar en manager van publieksprogramma’s van de Universiteit van Wisconsin-Madison (UWM). Hij had ervaring met jeugdwerk, opbouwwerk en het werken met bedrijven en overheidsorganisaties (link1, link2). Daarnaast was Rick ook bekend met bibliotheken. Hij had o.a. gewerkt voor dorpsbibliotheken in Sri Lanka en schoolbibliotheken in Mexico (link). Bovendien had hij in het buitenland voorbeelden gezien van kleine ruilbibliotheken. En hij kende de geschiedenis van de Travelling Libraries of Wisconsin (het verhaal van bibliothecaresse Lutie Stearn) (link). De kennismaking tussen Bol en Brooks groeide uit tot vriendschap. Hun gezamenlijke interesses en idealen legden de basis voor een groeiend wereldwijd netwerk van ruilbibliotheekjes.
LFL- non-profitorganisatie en handelsmerk
In 2010 bedachten Bol en Brooks de naam Little Free Libraries. In 2012 werd Little Free Libraries ook geregistreerd als een belastingvrije non-profit organisatie (volgens Amerikaans belastingrecht een zgn. 501(c)(3) organisatie). En op 29 oktober 2013 werd de naam Little Free Libraries® als handelsmerk gedeponeerd. Op de LFL-website staat de volgende missie te lezen: “Little Free Library is a nonprofit that builds community, inspires readers, and expands book access for all through a global network of volunteer-led little libraries” (Who we are, link). In het Annual Report 2019 is die missie net iets anders geformuleerd: “Little Free Library is a nonprofit organization that inspires a love of reading, builds community and sparks creativity by fostering neighbourhood book exchanges around the world” (link).
Een concrete doelstelling die Bol en Brooks in 2010 bedachten was om het aantal van 2509 bibliotheken te overtreffen, die de bekende Amerikaanse staalproducent en filantroop Andrew Carnegie (link) in de VS en in andere landen liet bouwen. (In de VS financierde hij 1687 openbare en 108 wetenschappelijke bibliotheken, link). In augustus 2012 was het zover: de Carnegie-mijlpaal werd voorbijgestreefd met 2510 LFLs. In een Tedx-Talk (2013, link) noemde Todd, min of meer als grap, zijn volgende doel: het aantal McDonalds restaurants. Dat waren er 38.695 eind 2019 (link, p. 3). Toen Todd Bol op 18 oktober 2018 overleed (hij was toen 62), stond de teller al op grofweg het dubbele aantal, 75.000 geregistreerde minibibliotheekjes (link).
Navolging maar ook tegenwerking
Naarmate het succes van Little Free Libraries groeide pikten ook andere sociaal ondernemers het idee op en gaven er een eigen invulling aan. Zo begon Jessica McClard in 2016 met een Little Free Pantry, gevuld met levensmiddelen, producten voor persoonlijke verzorging ed, voor buurtbewoners die geen geld hadden voor boodschappen (link). Haar voorbeeld werd snel gekopieerd. In 2019 waren er ca. 700 Little Free Pantries, oftewel openbare proviandkasten of minivoedselbanken. Niet alleen in de VS, maar ook in Canada, Australië (link1, link2) en in Nederland (link).
De benamingen kunnen nogal eens verschillen. Vicki Groomer noemde haar little free pantry een Blessing Box (2016). De benaming Blessing Box blijkt echter al in 1953 te zijn gebruikt voor een symbolisch kistje voor dankgebeden en giften. Die vorm werd bedacht door Jessie Stout, medeoprichtster van de Christian Women’s Fellowship (link1, link2, link3). Adriana Flores creëerde in 2017 de E2 Box (Esquaredbox), met hygiëneproducten voor vrouwen uit arme gezinnen, omdat die producten niet werden vergoed door de overheid. E2 staat voor Empathy and Equity (link). Sinds het begin van de coronacrisis volgden nog meer voorbeelden van kastjes waarvan de beheerders een andere inhoud bedachten, met minder of zelfs helemaal geen boeken. (link).
Hoe goed bedoeld en inspirerend al deze initiatieven ook zijn, ze stuiten soms op tegenkrachten. Buurtbewoners met klachten. Of overheden die zich beroepen op lokale regelgeving. Er zijn diverse gevallen bekend waarin de plaatsing van Little Free Libraries (link1, link2, link3, link4) of Little Free Pantries (link1, link2) niet werden toegestaan of aan een expliciete vergunning werd gebonden.
LFL-rage bereikt Nederland
Ik maakte kennis met het verschijnsel ruilbibliotheek in 2010. Vrienden in Zutphen attendeerden mij op een bibliotheek in het Ludgerusgebouw in Vierakker (september, link) en op een openbare boekenkast, de Mercator Bücherschrank in Essen (oktober, link). Wat later vond ik op station Zutphen voor het eerst een boek met een Bookcrossing sticker (december, link). Toen in 2012 de Little Free Library rage in Nederland doorbrak was ik dus al voorbereid. Naar aanleiding van berichten op het internet bezocht ik op 10 juli het Boekenasiel in Nijmegen (link), op 14 juli de Kleine Gratis Bibliotheek in Zuphen (de eerste geregistreerde LFL in Nederland), op 26 juli de telefooncel-ruilbieb in Beesd (link1 p. 2, link2) en de Boekenboom in Zwijndrecht (link1, link2, link3). De links bij de laatste twee locaties maken duidelijk dat sommige ruilbibliotheken geen gemakkelijk bestaan hebben. In Trouw (13-04-2013) schreef Renske van Dijk een eerste overzichtsartikel, waarin ook beheerders van ruilbibliotheken aan het woord komen.
Minibieb.nl
Als het Trouw-artikel iets later was verschenen had ook Mirjam Goudswaard genoemd mogen worden. Want In Nederland was het vooral Goudswaard die het voorbeeld van Little Free Libraries kopieerde. Op 7 april 2013 onthulde zij haar eerste Minibieb. De website Minibieb.nl die zij vervolgens opzette is het middelpunt van een nog steeds uitdijend netwerk van minibiebs. In mei 2020 stonden er volgens dit bericht 1800 boekenkastjes op de Minibieb-kaart. Registratie is gratis. In de webshop kun je een bouwtekening of kant-en-klare boekenkastjes en ander promotiemateriaal kopen. Minibieb.nl werkte in 2014 samen met Fonds1818 (link1, link2), belangstellenden konden met korting een minibieb konden kopen. De kastjes werden gemaakt door sociale werkplaats Visie-R (link). Daar worden ook nu nog de kastjes geproduceerd voor de Minibieb.nl webshop.
LFL bij Groningen
Op de LFL-wereldkaart staat in de stad Groningen geen enkele geregisteerde LFL-bibliotheek. In de directe omgeving, in Paterswolde (officieel niet in Groningen maar in Drenthe) staat een fraaie LFL. Hij is niet lang geleden nog vernieuwd en uitgebreid met een Kinder Zwerfboekstation (link). Verderop in de provincie Groningen staan nog twee LFLs op de kaart: in Grootegast en in Kropswolde. Ik heb ze nog niet bezocht. Sinds het bestaan van Minibieb.nl zullen veel boekenkasten waarschijnlijk dáár aangemeld worden in plaats van bij LFL. De Minibieb.nl kaart noemt 31 Minibiebs in stad en provincie Groningen.
Boekspots
Bibliotheek Z-O-U-T (Zuid-Ooost-Utrecht, link) en BiSC (Bibliotheek Service Centrum, link) Utrecht, hadden de Little Free Libraries snel in het vizier. Zij kwamen met het initiatief voor Boekspots. Boekspots zijn boekenkasten in openbare of (semi-) openbare ruimtes, waar iedereen boeken kan zoeken en ruilen. Deze minibibliotheken staan dus niet buiten, zoals de meeste minibiebs. Het gebruik is gratis. De eerste Boekspot werd op 27 januari 2012 geopend in Theater Aan de Slinger in Houten. Het is een voorbeeld hoe openbare bibliotheken hun eigen variant van ruilbibliotheek ontwikkelden.
Ruzie om een handelsmerk
Vlak voor zijn dood liet Todd Boll nog eenmaal zijn visie weten, in een veel geciteerde uitspraak: “I really believe in a Little Free Library on every block and a book in every hand. I believe people can fix their neighborhoods, fix their communities, develop systems of sharing, learn from each other, and see that they have a better place on this planet to live.” (link)
Een jaar later kwamen er berichten (o.a. link1, link2, link3, link4) dat er onenigheid was onstaan tussen het management van de LFL-organisatie en Todd’s familie, vertegenwoordigd door zijn jongere broer Tony Bol. In één zin samengevat: het is een ruzie over het rechtmatig gebruik van de naam Little Free Libraries. Twee hoofdpunten:
- Tijdens Todd’s ziekte had Tony hem vervangen als interimdirecteur. In november 2018, een maand na Todd’s overlijden, verliet hij de LFL-organisatie. Wegens ontslag, zei hij zelf. Het LFL-management gaf geen commentaar. Op 2 januari 2019 (Todd’s verjaardag) begon Tony een eigen bedrijf, Share With Others. Een commercieel bedrijf, dat boekenkastjes, proviandkastjes, decoratie- en cadeauartikelen verkoopt, ook via sites als Etsy en Amazon. Het is niet duidelijk wat precies Tony’s motieven waren voor deze actie. Was hij uit op revanche na zijn ontslag? Wilde hij meeliften op het succes van LFL? Geheel belangeloos komt het bij mij niet over.
- De LFL-organisatie beschouwde Tony’s bedrijf als concurrentie en deed een beroep op bescherming van de merknaam Little Free Libraries. Het LFL-management ging nog een stap verder. In juni 2019 kreeg men het voor elkaar om het handelsmerk Little Free Libraries uit te breiden met de omschrijving wooden boxes with a storage area for books (link). Tony verweet de LFL te opereren als “some organization wanting to own all bird houses by applying to have trademark control over ‘wooden boxes with a nesting area for birds'” (link). Maar LFL hield vast aan haar claim, met als gevolg dat Tony verliezen moest incasseren op zijn verkoop op Etzy en zijn Share With Others site. Greig Metzger (link), de in juli 2019 aangetreden nieuwe LFL-directeur, probeerde het nog eens uit te leggen: samenwerking met andere non-profits was geen probleem, maar “Our only trademark concerns are with those that are selling, for a profit, products under our Little Free Library mark without our permission to do so.” (oktober 2019, link)
Ik lees nu geen nieuwe berichten meer over deze kwestie. Daaruit zou je kunnen afleiden dat de onderlinge verhoudingen weer enigszins zijn genormaliseerd. Todd’s zoon Austin sprak wijze woorden: “preventing others from supporting their own neighborhoods through community sharing networks and making their own little free libraries was not an idea my father supported […] It’s not about us. It’s not about money. It’s not about fame or recognition. It’s about our communities and how we can connect with one another in an increasingly digital and detached world.” (link)
Kritische noten
Een filantropische organisatie met wereldwijde ambities verdient serieuze – maar ook kritische – aandacht. Er bestaan echter nog maar weinig wetenschappelijke studies over het Little Free Librariy fenomeen. Ik noem ik een aantal punten uit vijf relevante publicaties.
1) – Al in 2015 noteerde antropologe Henrike Florusbosch in haar blogpost Little Free Libraries: Anthropology on the Front Lawn (link) enkele observaties:
- Little Free Libraries zijn fysieke (boeken)bewaarplaatsen, die vooral worden gebruikt door mensen in de min of meer directe omgeving. De geografisch beperkte reikwijdte van deze ruilbibliotheken beperkt LFL-ambities als ‘book access for all’, ‘building communities’ of ‘functioning as mini-town squares’.
- De LFLs die Florusbosch zag, waren gesitueerd in buurten met hoogopgeleide of goed geletterde bewoners. “In the absence of research data, my highly unscientific take is that the libraries constitute a small-scale and probably mostly middle-class phenomenon. Unlike, say, Black Lives Matter, the movement seems unlikely to alleviate great social ills such as economic inequality and racism that exist in the US or elsewhere.”
2)- In 2017 publiceerden Carolina Sarmiento (link), J. Revel Sims (link)en Alfonso Morales (link), alle drie onderzoekers bij de Universiteit van Wisconsin, hun studie Little Free Libraries: an examination of micro-urbanist interventions (link).
- ‘Micro-urbanist interventions’ zijn projecten en acitiviteiten op kleine schaal, gericht op verbetering van de leefbaarheid in stedelijke gebieden. Bijvoorbeeld opknappen van verwaarloosde plekken, hergebruik van leegstaande bedrijfsgebouwen, (her)inrichten van publieke ruimtes, ontwerpen van straatmeubilair of openbare stadstuinen. Ook Little Free Libraries zijn voorbeelden van micro-interventies: ze promoten kleinschalige buurtactiviteiten rond het ruilen van boeken.
- Maar de onderzoekers bevestigen de waarneming van anderen (o.a. Florusbosch) dat LFLs vooral geconcentreerd zijn in buurten met hogere inkomens en weinig armoede. Die geografische verspreiding weerspiegelt bepaalde privileges, met name grondbezit (waar plaats is voor een ruilbibliotheek). De conclusie is onder meer dat “LFLs can form part of grassroots efforts to resolve urban problems, however in other cases, they can also reinforce existing and developing spatial inequities.” (p. 17)
3)- In 2017 deden twee Canadese bibliothecarissen, Jane Schmidt (link) en Jordan Hale (link), onderzoek naar verschillende aspecten van LFLs, o.a. hun relatie met de openbare bibliotheken: Little Free Libraries®: Interrogating the impact of the branded book exchange (link).
- Schmidt en Hale constateren dat de meeste LFLs zich bevinden in stadswijken waar ook een openbare bibliotheek aanwezig is. Ze staan in de voortuinen van hoogopgeleide huiseigenaren, die beschikken over een goed inkomen en een goed gevulde boekenkast. Zulke LFLs, hoe fraai ze soms ook zijn vormgegeven, zijn symbolen van een geprivilegieerd (stads)landschap, doorgaans buiten het zicht van achterstandsbuurten, die gebukt gaan onder armoede, sociale ongelijkheid en rassendiscriminatie. Smithe en Hale: “the LFL® appeals to the privileged, the very people who arguably are not in need of a literacy intervention.” (p. 33)
- In buitenwijken en op het platteland zijn LFLs beduidend minder aanwezig. Niettemin prijst de LFL zichzelf graag aan als oplossing voor ‘book deserts’ (link) en alfabetiseringsprojecten: “Today, more than 30 million adults [in the US – mijn toevoeging, JHK] cannot read or write above a third-grade level. Books in the hands of children have a meaningful impact on improving literacy. …Little Free Library book exchanges are an excellent vehicle for areas without easy access to books. Through the Impact Library Program, we provide no-cost Little Free Library book exchanges to communities where books are scarce.” (link).
- In de wereld van alfabetiseringsprojecten is Little Free Library geen kleine speler. Op 14 maart 2013 kende de American Library Association aan Todd Bol en Rick Brooks een Movers and Shakers Award toe, in de categorie Innovators (link). Op 1 december 2015, publiceerde de Library of Congress haar Literacy Awards, Best Practices 2015, waarin ook Little Free Library was opgenomen (link). Op 18 april 2020 werd de World Literacy Award 2020 van de World Literacy Foundation toegekend aan de LFL-organisatie voor haar bijdrage aan de wereldwijde strijd tegen analfabetisme (link). Je zou verwachten dat deze prestaties uitvoerig zouden zijn gedocumenteerd. Dat valt tegen. Op de LFL-website zijn geen concrete gegevens te vinden over de feitelijke resultaten van alfabetiserings- of boekverspreidingsprogramma’s. Schmidt en Hale: “LFL® does not seek to determine how many people have actually improved their literacy or increased their access to books of interest.”
- Na de financiële crisis van 2007-2008 werden veel openbare bibliotheken, zowel in Nederland als in de VS, getroffen door het heersende, neoliberale overheidsbeleid. Als reactie op bezuinigingen en bibliotheeksluitingen kwamen diverse burgerinitiatieven op om alternatieve (ruil)bibliotheken op te zetten (NL: link1, link2, link3; VS: link). Wat opvalt, is dat die bibliotheekcrisis in de ontstaansgeschiedenis van de LFL geen rol speelt. En waar de link tussen LFL en openbare bibliotheken wél ter sprake komt, ontkennen Todd Bol en Rick Brooks dat zij LFLs als vervanging zien. Bol: “Little libraries obviously cannot provide the depth and breadth of services that public libraries provide.” (2018, link). Brooks: “We completely acknowledge that Little Free Libraries are not a substitute for public libraries.” (2013, link).
- Toch wordt al te gemakkelijk gesteld dat openbare bibliotheek en LFL hetzelfde doel nastreven en dat LFLs een verlengstuk van de openbare bibliotheek zijn. Bol: “[LFLs] can, however, act as natural complements to the public library, providing easy access to books to residents of neighborhoods or small towns that are far away from public library resources.” (2018, link1, link2).
- Het ligt voor de hand dat LFL vasthoudt aan zijn eigen marketingstrategie, waarin een positieve beeldvorming van LFLs voorop staat . Het valt best te begrijpen dat LFLs – en minibiebs en andere ruilbibliotheken – in deze tijd extra populair zijn, zolang openbare bibliotheken wegens COVID-19 maatregelen gesloten zijn (link1, link2). Zelfs de voorbeelden van sommige openbare bibliotheken die ervoor kozen om eigen LFLs te installeren (p. 23, link) vind ik niet vreemd. Maar wat mij tegenstaat is dat de relatie met de de openbare bibliotheek, zoals de LFL die interpreteert, vooral het LFL-belang moet dienen. Smith en Hale: “True partnerships aim to strengthen one another; it is not evident within the LFL® literature what they are doing to strengthen libraries.” (p. 21) En: “LFL® is quite good at building a brand and a successful business. However…, they fall short of their potential to be part of a larger strategy of community organizations and constituents that strengthen support for literacy and education.” (p. 35)
- In een brief aan de LFL-Raad van Bestuur bepleitte Smith in 2016 een aanpak volgens het Canadese Community-Led Libraries model. Dit project (2004-2008) richtte zich specifiek op het samenwerken met groepen met lage inkomens, en het organiseren van bibliotheekservices die zijn afgestemd op de behoeften van deze groepen. (p. 35, link) In 2020 lanceerde LFL een nieuw project: Read in Color (link1, link2). Doel is om LFL-ruilbibliotheken in te zetten voor een gerichte verspreiding van boeken over racisme en sociale rechtvaardigheid, boeken die een stem geven aan zwarte en inheemse Amerikanen, aan LBTG groepen en kwetsbare of sociaal geïsoleerde burgers. De eerste daarvoor bestemde LFL werd onthuld op 14 oktober in Minneapolis. De samenwerking LFL en Colle McVoy, een creatief marketingbedrijf (link), werd beloond met een nominatie voor de Webby Awards (link). Een mooi initiatief, dat in de richting lijkt te komen van Smith’s pleidooi in 2016. Maar ook hier: geen enkel woord over samenwerking met de lokale openbare bibliotheek. Helaas.
Tot slot twee onderzoeken die zich expliciet richten op de rol van de LFL stewards, de bibliotheekeigenaren/-beheerders.
4)- Cayo Gamber (link), associate professor aan de George Washington University, Washington DC, onderzocht het gebruik van LFLs in Little Free Libraries: Playful Anarchy and the New “Public” Library (2018) (link). Zij neemt afstand van het onderzoek van Schmidt en Hale. LFLs en hun stewards vormen in haar ogen een eigen werkelijkheid, niet te vergelijken met de openbare bibliotheek. Wat stewards laten zien is een mengeling van doelbewust handelen (wanneer zij boeken selecteren voor hun bibliotheek) en onvoorspelbare acties (toevallige bezoekers die hún boeken, hún selectie inbrengen). Gamber noemt het een vorm van ‘speelse anarchie’. De aantrekkingskracht van LFLs ligt in het komen en gaan van boeken. En vooral in wat boeken voor mensen betekenen: kennis, verbeelding, humor, geschiedenis, liefde. Die ‘draagbare magie’ van boeken, daar draait het om.
5)- Desiree Wilson is assistent-professor aan de Portland Sate University en literair agent bij uitgeverij The Bent Agency (link1, link2). Zij publiceerde in 2020 haar masterscriptie Spatial Politics and Literacy: An Analysis of Little Free Libraries and Neighborhood Distribution of Book-Sharing Depositories in Portland, Oregon and Detroit, Michigan (link). Wilson onderzocht de rol van LFLs in de bestrijding van analfabetisme en ‘book deserts’. Zij verwijst naar eerder onderzoek, onder andere van Sarmiento e.a. en Schmidt en Hale: “If…the majority of LFLs are mostly in communities not experiencing book shortages, it may introduce critical flaws that undermine their roles as literacy tools in low-income and low-literacy communities.” Een belangrijke rol ziet zij voor de stewards: ” It is important that LFL stewards recognize the role they can play in this, and that LFL begin assessing whether the placement of their LFLs worldwide are aligning with the goal they’ve set out with: to fill book deserts and place LFLs where they can make a big impact”.
Vanuit mijn bibliotheekachtergrond ben ik nog steeds geïnteresseerd in het verschijnsel ruilbibliotheken. Maar ik ben het ook eens met Schmidt en Hale: voor het ruilen van boeken heb je geen formele organisatie nodig (p. 18). En zeker geen beperkend Little Free Libraries® handelsmerk (link). Het verhaal van Little Free Library®, met zijn ambivalente ambities, boeit mij daarom minder. Daar laat ik het nu maar bij.
Vervolg van: de informele bibliotheek (14)
.